
Voor veel starters op de woningmarkt is het kopen van een huis een schier onmogelijke onderneming. Maar liefst twee derde van de mensen die binnen nu en twee jaar hun eerste woning willen kopen, ziet dat voorlopig niet gebeuren. De frustratie binnen deze groep is groot, vooral omdat huizenbezitters met hun royale overwaarde een flinke voorsprong hebben in de strijd om een nieuwe woning.
Uit recent onderzoek van ING onder 1261 koopwoningbezitters en starters blijkt dat ruim driekwart van de huiseigenaren overwaarde heeft op hun woning. Meer dan een derde schat die tussen de €50.000 en €150.000, terwijl ongeveer de helft zelfs nog meer onverzilverde euro’s in de schoot geworpen kreeg. Die overwaarde wordt voor allerlei doelen ingezet: als financiële buffer, pensioenaanvulling of om de eigen woning te verbeteren.
De macht van de overwaarde
Dankzij die torenhoge overwaarde staan bestaande huizenbezitters sterk in de onderhandeling. Het speelveld is daarmee allesbehalve gelijk. In 2013, toen de huizenprijzen in een dal waren beland, en nog niet aan hun onstuitbare opmars waren begonnen, stonden liefst 1,4 miljoen huizen onder water. Nu kunnen huizenbezitters hun winst bijna altijd inleggen bij een nieuwe aankoop, terwijl starters logischerwijs met lege handen staan.
De frustratie onder starters is dan ook begrijpelijk. Met een gemiddelde transactieprijs van bijna 5 ton is het voor hen vrijwel onmogelijk om een woning te bemachtigen. Uit het ING-onderzoek blijkt dat 68 procent van de ondervraagde starters niet genoeg budget heeft of binnen hun budget niets kan vinden. Bijna de helft van de huurders zegt nauwelijks te kunnen sparen door de hoge huurprijzen. Sommigen stellen hun koopplannen daarom uit, hopend op betere kansen in de toekomst.
‘Velen zouden nu geen hypotheek meer kunnen krijgen voor hun eigen huis’
“Het is opvallend dat de woningprijzen zo snel zijn gestegen dat een groot deel van de woningbezitters zijn eigen huis bij volledige financiering nu niet meer zou kunnen betalen”, zegt Wim Flikweert, Manager Wonen bij ING. Uit het onderzoek blijkt dat 40 procent van de huiseigenaren denkt dat hun huidige inkomen daar niet meer toereikend voor zou zijn.
Maar zelfs huizenbezitters kunnen de nadelen van de torenhoge prijzen op hun bordje gepresenteerd krijgen. Flikweert legt uit in De Telegraaf: “Bij een volgende stap in hun wooncarrière moeten ook zij die overwaarde vaak inzetten. En dat gaat om serieuze bedragen.”
Huizenbezitters zijn opvallend positief over hun overwaarde. Maar liefst 92 procent is er blij mee en vindt dat ze het verdiend hebben door destijds het risico te nemen om een huis te kopen. Voor 35 procent voelt het als dankbaarheid, terwijl 32 procent er vooral voldoening uit haalt.
Kloof tussen starters en huizenbezitters groeit
Voor starters voelt die overwaarde echter als een onneembare hindernis. Een kwart van hen zegt zich gefrustreerd te voelen over de financiële voorsprong van huizenbezitters, en 40 procent geeft toe jaloers te zijn. Meer dan de helft verwacht dat de kloof tussen starters en huizenbezitters de komende vijf tot tien jaar alleen maar groter wordt.
Het is echter niet alleen kommer en kwel. Volgens de ING Woonindex, die op basis van het onderzoek is samengesteld, steeg het vertrouwen in de woningmarkt afgelopen kwartaal van 108 naar 111. Zowel onder huizenbezitters als starters is er een lichte toename in optimisme. De daling van de hypotheekrente speelt daarin een belangrijke rol.
Bron: De Telegraaf