Na zo’n lange donkere winter ben je wel toe aan een terrasje, dus zodra de eerste zonnestralen tevoorschijn komen spring je op de fiets richting de stad. Maar dan sla je de menukaart open… Hoe kan het dat een simpel broodje geitenkaas of zalm plots meer dan 15 euro kost? Een kopje koffie erbij en je bent met zijn tweeën zo 40 euro kwijt. Dat kan ook anders. Vijf tips om wél lekker te lunchen maar niet de hoofdprijs te betalen.
- Check van tevoren de menukaart
De ene lunchtent is de andere niet. Er zijn écht goedkopere adresjes. Zoek dus voor je vertrekt online eens een paar menukaarten op. Met name in wat eenvoudigere cafés kun je vaak nog wel voor minder dan 10 euro een broodje krijgen. Een zekerheid is Bakker Bart: de broodjes zijn er heerlijk en kosten vaak maar een euro of 6. En bij een kopje koffie krijg je er voor 1 euro een lekkere gevulde koek of appelflap bij. - Koop een bon
Ook dit vergt enige voorbereiding maar het loont zeker de moeite. Ga naar sites als Social Deal en kijk welke restaurants bij jou in de buurt een lunch met korting aanbieden. Een high tea of meergangenlunch krijg je zo voor de helft van de prijs. - Ga voor de daghap
Veel lunchgelegenheden hebben aanbiedingen. Een menu met een voorafje voor een vriendelijke prijs, een daghap of soep van de dag die relatief goedkoop is, als je wat wilt besparen zijn dit mooie opties. Vaak bevatten de dagmenu’s ook groenten uit het seizoen, waardoor het wat goedkoper kan. - Ga het centrum uit
Zeker als je in het centrum van een grote stad woont, is lunchen duur. Zoek eens een restaurant op in een buitenwijk of rijd naar een stadje verderop. Je zult zien dat de prijzen er zomaar een stuk lager zijn. - Maak zelf iets lekkers
Het is een beetje een open deur, maar zelf een picknickmand vol lekkers maken, is een stuk goedkoper en zeker zo avontuurlijk. Je kunt ook ergens een vers broodje voor take-away laten maken. Neem je eten mee in de fietstas en zoek een mooi plekje op in de natuur. Dat wordt genieten!