Voor veel mensen klinkt het als een jaloersmakende luxe: op je 58ste met pensioen. Rutger had de kans en greep die. Maar nu heeft hij spijt. “Tegen iedereen vertel ik trots dat ik al met pensioen ben, maar stiekem verveel ik me dood.”
“Ik was jarenlang manager bij een energiebedrijf. Toen zonnepanelen een hype werden, ben ik voor mezelf begonnen. Gouden tijden, ik had al snel een man of tien in dienst die overal zonnepanelen gingen aanleggen. We bleven maar groeien. Net voor de markt instortte, heb ik mijn bedrijf voor een mooi bedrag verkocht. Dolgelukkig was ik. Ik hoefde nooit meer te werken en kon lekker met mijn vrouw gaan genieten van de mooie dingen des levens. Mijn kinderen studeerden al dus niets lette ons om eindeloos op reis te gaan, ergens lekker te lunchen als we zin hadden of gewoon fijn te lezen in onze heerlijke tuin.
Maar ik kreeg al snel het ‘achter de geraniums’-gevoel: daar zat ik dan, 58 jaar en een beetje de kruiswoordpuzzel in de krant op te lossen op dinsdagochtend. Ik barstte van de energie en was gewend elke dag te knallen. Nu liep ik met mijn ziel onder de arm door het huis. Want je kunt niet op vakantie blijven gaan en elke dag wandelen gaat ook vervelen. Mijn vrouw en ik bleken bovendien verrassend snel uitgepraat. Zaten we daar in een duur restaurant. We waren typisch zo’n koppel geworden met een ingekakt huwelijk dat een beetje zwijgend tegenover elkaar zat en niet verder kwam dan: “Goh wat een lekker toetje.” Zij had ook haar baan opgezegd met het idee samen te gaan genieten, want je weet nooit hoe lang je nog hebt. Maar ook zij miste een beetje bruisendheid, dat er iets gebéúrde op een dag.
Tripje naar Bali
Tegen onze vrienden, die stikjaloers waren, zeiden we steevast dat we het geweldig hadden. We somden op wat voor heerlijke dingen we deden, lieten foto’s zien van een tripje naar Bali of een zeiltocht over de Middellandse Zee. En hoe mooi ook, het gaat allemaal vervelen, of in ieder geval: op een gegeven moment wil je naar huis en daar is dan vervolgens niets te doen. Mijn vrouw heeft er al wel met een paar vriendinnen over gesproken. Die zeggen ook allemaal: het is een luxe, als je wil kun je toch zo weer iets gaan doen, vrijwilligerswerk bijvoorbeeld.
Daar zitten we nu wel naar te kijken, al word ik er nog niet echt warm van. Mijn vrouw overweegt om in de bibliotheek te gaan werken of in het lokale museum. Ik kan misschien chauffeur worden van de belbus. Erg warm word ik er niet van, maar om nu weer een betaalde baan te zoeken, is ook zo wat. Dat voelt pas echt als falen. Heb je je eerst uit de naad gewerkt om vroeg met pensioen te kunnen, ga je weer ergens werken. Toch ben ik stiekem wel naar vacatures aan het kijken, het liefst voor maximaal drie dagen per week. Dan houd ik nog meer dan genoeg tijd over voor dat befaamde ‘genieten van je oude dag’. En dan hebben mijn vrouw en ik elkaar ook vast meer te vertellen.”